Turkije
April / mei 2013
Hoofdstad

Ankara

Oppervlakte

780.580 km²
(19x Nederland)

Tijdsverschil

1 uur later

Taal

Turks, Koerdisch, Arabisch

Hoogste punt

Agri Dagi (Ararat) - 5139 m

Vlag

De huidige vlag is afgeleid van de Ottomaanse marinevlag die een 8 puntige ster had. Deze vlag werd in 1844 aangenomen en zou tot het einde van het Ottomaanse Rijk in gebruik blijven. Na de stijd voor een onafhankelijk Turkije in 1923 werden de contouren van de maan en de ster enigszins aangepast.


Route
Valuta

De Ottomaanse Lira werd in 1923 vervangen door de eerste Turkse Lira die op zijn beurt in 2005 werd vervangen door de tweede Turkse Lira waarbij een groot aantal nullen van het biljet verdwenen. Op het bankbiljet staat Mustafa Kemal Pasja afgebeeld die sinds 1934 Atatürk (vader der Turken) werd genoemd. Hij was van 1923 tot aan zijn dood in 1938 de eerste president van de Turkse republiek.




Hoogtepunten

Turkije is rijk aan fresco's. De Aya Sofia in Trabzon is een van de meest romantische restanten uit het Byzantijnse Rijk. Keizer Manuel I Komnenos gaf tussen 1238 en 1263 opdracht voor de bouw ervan. Meer fresco's kun je in het Sumelaklooster uit het begin van de Byzantijnse tijd zien. Het ligt tegen een steile rots op 300 meter hoogte boven de Altindere vallei. Sumela is de Pontisch-Griekse verbastering van Panayia tou Melas of maagd van de zwarte Rots. Ze wordt al sinds het jaar 385 op deze plek vereerd. Bij Göreme in Cappadocië ligt het openluchtmuseum, een kloosternederzetting die meer dan 30 kerken omvat met fresco's die tot de interessantste van de streek horen. De schilderingen stammen voornamelijk uit de tweede helft van de 9e eeuw tot het eind van de 11e eeuw. De bekendste zijn de drie zuilenkerken: de Elmali Kilise (Appelkerk), Karanlik Kilise (Donkere kerk) en de Carikli Kilise (Sandalenkerk). De schilderingen in deze drie kerken, vooral van de Elmali Kilise, zijn van opvallend hoge kwaliteit en mogen niet gefotografeerd of gefilmd worden.

Het museum van de Anatolische beschavingen te Ankara is een echte aanrader. Hier kun je veel zien van de volken en culturen van Anatolië van de late steentijd tot de klassieke periode: Hettitisch, Frygisch, Urartisch, Romeins, etc.

Op de top van de Nemrut Dagi ligt een schitterend, afgelegen heiligdom. De reusachtige hoofden bij de tempel en graftombe van koning Antiochus vormen een van de bekendste bezienswaardigheden van Oost Turkije. De grote tombe en tempelcomplex werden gebouwd door koning Antiochus I Epifanes (64-38 BC), zoon van Mithridates I Callinicus, stichter van het koninkrijk Commagene. Het was een scheiding van het Seleucidenrijk en besloeg slechts een klein gebied: van het moderne Adiyaman tot aan Gaziantep. Het gebied is alleen bekend omdat Antiochus hier de tempel bouwde als kolossaal monument voor zichzelf. Op de top bedekt een tumulus van 60 meter hoog de graftombe van Antiochus.

De geologische geschiedenis van Cappadocië begint met drie vulkanen: de Erciyes, Hasan en Melendiz. Door uitbarstingen 30 miljoen jaar geleden werd het voormalige plateau van Urgüp bedekt met modder en as, het basismateriaal voor tufsteen. Tufsteen is een zachte steensoort die door het samendrukken van vulkaanas ontstaat. Door erosie ontstonden de bizarre vormen in het landschap. De kegelvormige schoorstenen zijn ontstaan op plekken waar de tufsteen gemengd was met hardere steensoorten als basalt. Göreme dient als uitvalsbasis voor wandelingen in de dalen rondom de stad.

Op het eiland Akdamar niet ver van de zuidoever van het Vanmeer, staat de prachtige 10e eeuwse Armeense Akdamar Kilisesi, kerk van het heilige kruis. Onlangs werd deze voor 1,5 miljoen dollar gerestaureerd op kosten van de Turkse overheid. Het kerkje werd tussen 915 en 921 gebouwd in opdracht van Gagik Artsruni, heerser over het Armeense koninkrijk Vaspurakan. De façade is prachtig versierd.



Ani was onder de Bagratiden de hoofdstad van Armenië. Het ligt op een driehoekig plateau, afgescheiden van Armenië door de rivier Ahuryan. Drie generaties lang beleefde de stad een periode van bloei. Het had op zijn hoogtepunt een bevolking van 100.000 en stak daarmee zelfs Bagdad en Constantinopel naar de kroon. Het Byzantijnse Rijk annexeerde de stad in 1045. De Seldjoeken namen Ani zonder al te veel verzet in 1064 in. Na de val van de Seldjoeken keerden de Armeniërs terug en de Pahlavuni en Zakhariad clans bestuurden het gebied nog eens twee eeuwen. De Mongoolse invallen in de 13e eeuw, een vernietigende aardbeving in 1319 en nieuwe handelsroutes waren de doodsklap voor Ani. De muren bij de toegang tot het complex zijn indrukwekkend. Er zijn binnen het complex een aantal gebouwen die nog goed intact zijn gebleven. Verscholen achter een pad met treden bij een muur met uitzicht over de rivier, staat de kloosterkerk van St Gregorius de Illuminator (Tigran Honents). Deze kerk is het best bewaard gebleven monument van Ani en een van de drie kerken gewijd aan de heilige die begin 4e eeuw het christendom naar Armenië bracht. De bouw was het vrome initiatief van een koopman/edelman in 1215. Het heeft de enig overgebleven fresco's in Ani.

Ishak Pasa Sarayi is een prachtig romantisch paleis op een rotsachtige punt die over de stad Dogubeyazit uitkijkt. In 1685 begon Colak Abdi Pasa, een lokale hoofdman, met de bouw van het paleis. Zijn zoon Ishak voltooide het in 1784. Rond 1875 was het in verval geraakt en nam het Turkse leger het als kazerne in gebruik. De schitterende toegangspoort had ooit vergulde deuren, maar deze werden door de Russen in 1917, tijdens de terugtrekking uit Anatolië, meegenomen. Ze zijn nu te bezichtigen in het Hermitage in St Petersburg.

Diyarbakir ligt prachtig op een steile oever boven een bocht in de Tigris en gaat schuil achter enorme middeleeuwse stadswallen van zwart basalt, die een wirwar van keienstraatjes en steegjes omringen. De 6 km lange stadsmuur, met vier enorme hoofdpoorten en meerdere kleinere, telt maar liefst 72 verdedigingstorens. De mooiste moskeeën en kerken binnen de muren zijn gerestaureerd. De geschiedenis van de stad gaat terug tot ca. 3000 BC. Nadat de stad achtereenvolgens onderworpen was aan de Urarteërs, Assyriërs en Perzen, kwam ze eind 4e eeuw in handen van Alexander de Grote en zijn opvolgers, de Seleuciden. De Romeinen kwamen in 115. Gedurende de volgende paar eeuwen voerden zij en hun opvolgers, de Byzantijnen, een hevige strijd om de stad met de Sassanidische Perzen. De Romeinen, die Diyarbakir als Amida kenden, bouwden de eerste stadswallen in 297. De wallen die je nu nog ziet, zijn het resultaat van Byzantijnse en Arabische renovatie. In 638 arriveerden hier de Arabisch Bakr stam, die de stad tot Diyar Bakr of 'Plaats van de Bakr' herdoopte.