Colombo

65.610 km²
(1,6x Nederland)

4.5 uur later

Singalees, Tamil, Maleisisch, Engels

Pidurutalagala - 2524 m

De huidige vlag van Sri Lanka werd op 17 december 1978 aangenomen. De leeuw staat voor de Singalezen, de 4 bladeren van de bodhiboom staan voor de invloed van het boeddhisme op Sri Lanka en staan eveneens voor vriendelijkheid, compassie, vreugdevolle appreciatie en evenwichtigheid. Zij symboliseren ook de vier grootste religies van Sri Lanka: het boeddhisme, het hindoeïsme, het christendom en de islam. Het zwaard staat voor onafhankelijkheid, het handstuk van het zwaard symboliseert de elementen vuur, water, lucht en aarde. De diverse onderdelen van de leeuw staan voor diverse deugden van het boeddhisme. De oranje baan symboliseert de hindoeïstische Tamil-minderheid, de groene baan de moslims en het gele kader de andere minderheden.

Aan de westkust valt de meeste regen in april/mei en van september tot oktober. Aan de oostkust van oktober tot en met januari. In de bergen van centraal Sri Lanka komt de meeste regen voor. De temperatuur in de tabel is een gemiddelde.

Colombo

Trincomalee

Nuwara Eliya (1895 m)

De regering van Ceylon introduceerde de eerste eigen bankbiljetten in 1895 ter vervanging van de Indiaase roepie. Vanaf 1951 nam de centrale bank van Ceylon deze taak over. Vanaf 1977 werden bankbiljetten, de Sri Lankaanse roepie, uitgegeven door de centrale bank van Sri Lanka.

• _CLICK
  FOR LARGER VIEW

Galle stond voor de komst van de Portugezen bekend als Gimhathiththa. Tijdens het bewind van de Hollanders in de 18e eeuw was het de grootste haven op Sri Lanka. Het is het beste voorbeeld van een gefortificeerde stad in zuid-oost Azie. De Hollanders hebben de stad verder versterkt vanaf 1649. Het fort van Galle is het grootste fort in Azie dat door koloniale bezetters is gebouwd. De moderne geschiedenis begon toen de Portugezen in 1502 voet aan wal zetten. In 1640 moesten zij zich overgeven aan de troepen van de V.O.C. De Hollanders bouwden het fort in 1663. De drie bastions heten Zon, maan en ster. Na de overname door de Britten in 1796 werd het gebruikt als administratief centrum van het district.

Sigiriya, de leeuwenrots is een vrijstaande rots van bijna 200 meter hoogte. De rots is het verhaal van Kassapa, koning van 477 tot 495. Hij was de zoon van koning Dhatusena van Anuradhapura en een gewone vrouw. De koning wees een andere zoon, Mogallana, die wel van koninklijke bloed was aan tot troonopvolger. Kassapa zette de koning gevangen en vermoordde hem later. Mogallana vluchtte naar India in de hoop een leger te verzamelen. Kassapa wachtte dit niet af, ontvluchtte Anuradhapura en stichtte een nieuwe hoofdstad op de goed te verdedigen rots. In 495 werd hij dan toch verslagen door Mogallana, niet op de rots maar op de vlakte ervoor. Daarna werd het tot de 14e eeuw gebruikt als klooster. Halverwege de rots, op een klein plateau, liet Kassapa een toegangspoort bouwen in de vorm van een leeuw. De maagden van Sigiriya waren oorspronkelijk een kleine 500 fresco's waarvan er nu nog 21 over zijn. De rest is vernield door monniken. Deze schilderingen zijn uniek in de Sri Lankaanse kunstgeschiedenis. Het kan enorm druk zijn bij het beklimmen van de rots en daardoor zeer tijdrovend. Beste tijd voor een bezoek is lunchtijd.

Kandy was het laatste hoofdstuk van het tijdperk van koninkrijken van Sri Lanka. De Sri Dalada Maligawa, de tempel van de tand, is een van de belangrijkste plaatsen in de Boeddhistische wereld. Sinds 1988 staat Kandy op de werelderfgoedlijst van UNESCO. Sena Sammatha Wickramabahu (1473-1511) was de eerste koning van het koninkrijk Kandy. In 1592 was Kandy de hoofdstad van het laatst overgebleven onafhankelijke koninkrijk nadat de kuststreken door de Portugezen waren veroverd. Het weerstond aanvallen van de Portugezen en later de Hollanders. In 1815 wisten de Engelsen het uiteindelijk te veroveren waarna het een protectoraat werd. Hierdoor kwam een einde aan een periode van 2500 jaar van Sri Lankaanse koninkrijken. De tempel van de tand 'Dalada Maligawa' is de belangrijkste Boeddhistische tempel van Sri Lanka. Degene die de tandrelikwie in bezit had bezat het recht het land te regeren. De relikwie wordt bewaard in zeven schrijnen die in elkaar passen. De grootste is 1,2 meter hoog en gemaakt van verguld zilver, de anderen zijn van goud. De Esala Perahera is een jaarlijks terugkerend festival ter ere van de tandrelikwie. Het festival bestaat al sinds het naar Anuradhapura werd gebracht. Het festival duurt 10 dagen waarbij het naar het hoogtepunt toewerkt. Op de laatste avond lopen er meer dan honderd olifanten in de processie mee, vooraf gegaan door de Maligawa tusker, de belangrijkste olifant die van top tot teen is versierd en de tandrelikwie draagt. Men gelooft dat het land gespaard blijft voor rampen als de rituelen van dit festival volmaakt worden uitgevoerd. De bekendste olifanten werden vereerd. Raja die in 1988 stierf werd opgezet staat in een museum bij de tempel van de tand. De regering kondigde een dag van nationale rouw af. Toeschouwers van de Perahera nemen vaak rond het middaguur al plaats langs de route van de processie die pas na acht uur 's avonds begint en rond middernacht eindigt. Er zijn ook zittenplaatsen op terassen, balkons en tribunes beschikbaar al moet je hiervoor wel een flink bedrag betalen.

Vanaf de 8e eeuw vestigden islamitische kooplieden diverse handelsposten in wat tegenwoordig Colombo heet. In 1517 bouwden de Portugezen hier hun eerste fort. De Hollanders breidden het uit en groeven kanalen. Onder Brits bestuur ontwikkelde het zich tot de belangrijkste stad van Sri Lanka. Dat gebeurde in 1815. Vanaf het bar-restaurant Harbour room op de vierde verdieping van het Grand Oriental hotel heb je een prachtige uitzicht op de haven van Colombo. Dit hotel was de eerste verblijfplaats voor passagiers die met de boot in Colombo aankwamen. Het ligt in de wijk Fort, de oudste wijk. De wijk Pettah is in feite een grote bazaar met talloze winkeltjes. 4th cross street in Pettah staat bol van de bedrijvigheid. Hier worden continue vrachtwagens geladen en gelost. Leuk om dit gade te slaan maar pas op het gaat er lomp aan toe, ook het verkeer.

De steltvissers bij Weligama en Ahangama zijn het vernoemen waard. Vroeger waren dit nog echte vissers. Tegenwoordig zijn het vooral personen die geld willen verdienen aan toeristen die foto's willen maken. Ze zitten alleen voor de sier op de stelten.

Anuradhapura werd ca. 380 BC gesticht door Singalezen. Heden is het een belangrijk pelgrimsoord, vooral tijdens festivals op de dagen met volle maan (Poya). Er zijn jaarlijks 12 of 13 dagen met volle maan. Voor Boeddhisten een belangrijke dag. Op deze dagen is het dan ook erg druk op pelgrimsoorden. Een van de belangrijkste trekpleisters is de Sri maha bodhi boom. Men zegt dat dit een loot is van de boom waaronder Boeddha in India verlichting bereikte. De loot werd in 288 BC geplant en is daarmee de oudste door mensen geplante boom ter wereld. Dutugamunu liet in 140 BC de Ruwanweliseya stoepa bouwen. Er zijn 100 miljoen bakstenen gebruikt voor de 103 meter hoge stoepa die een omtrek van 290 meter heeft. De koepel symboliseert de hemel. Wanneer je geluk hebt, ben je getuige van het aanbrengen van een vlag of doek rond de gehele basis van de stoepa in voorbereiding op Poya dag. Boeddhisten lopen, onder begeleiding van muzikanten, met de ontrolde ca. 300 meter lange vlag naar de stoepa. De vlag wordt door iedereen vastgehouden. Met behulp van de monniken wordt hij daarna rond de basis gespannen. Blauw, geel, rood, wit en oranje representeren de kleuren van het aura van Boeddha toen hij verlichting bereikte. Koning Mahasena die regeerde van 273 tot 301 begon met de bouw van de Jetavanarama stoepa. Hij werd voltooid door zijn zoon Maghavanna I. Hij heeft een fundering van 8 meter dik en is 122 meter hoog met een diameter van 113 meter waardoor het het grootste bouwwerk na de piramides is.

Ongeveer 13 km ten oosten van Anuradhapura ligt een 300 meter hoge rotspartij, Missaka Pabbata, die deel uitmaakt van het mihintale (plateau van Mahinda) complex. Drie trappen, in totaal 1843 treden lopen vanaf de basis naar de top van de rots. Ze zijn aangelegd door koning Bhathika Abhaya die regeerde van 22 BC tot 7 AD De bussen stoppen op de plek waar de derde trap begint. Hier staan de tafels van Mihintale, twee platte stenen met de 'Sangha', inscripties voor de leefregels van de monniken. Achter de refter van de monniken 'Dana Salawa' liggen twee in de rotsen uitgehakte bakken waarin rijst werd opgeslagen. Na de derde trap kom je bij de Ambasthala (mangoboom) stoepa die de plaats markeert waar koning Devanampiya Tissa zijn ontmoeting had met de indiase prins Mahinda (zoon van keizer Ashoka) die hem tot het Boeddhisme bekeerde. Achter deze stoepa ligt de grotere Mahaseya stoepa die is gebouwd door koning Mahadathika Mahanaga die regeerde van 7 tot 19. Vanaf het plateau met de Ambasthala stoepa kun je naar een uitzichtpunt klimmen (ca. 10 minuten). Dit is erg steil en druk. De treden zijn vaak niet meer zichtbaar.

Jaffna, in 1619 veroverden de Portugezen het schiereiland en in 1629 werd Jaffna het bestuurscentrum. De Portugezen bouwden een fort. In 1658 veroverderden de troepen van de VOC de stad na een beleg van 3 maanden. De Nederlanders zorgden voor een expansie van het fort. In 1796 namen de Britten het over van de Nederlanders. De Nallur Kandaswamy tempel is gewijd aan Murugan, de zoon van Shiva. Het is de mooiste hindoetempel van het land. De oorspronkelijke tempel werd door de Portugezen verwoest. Het huidige bouwwerk stamt uit het begin van de 19e eeuw. Er zijn zes ceremonies per dag en mannen mogen alleen met ontbloot bovenlichaam naar binnen. Ieder jaar vindt er in en rond de tempel het Nallur Thiruvila festival plaats dat 25 dagen duurt en eindigt op de poya dag (volle maan) in augustus. Het festival begint met het binnendragen van de vlag, Kodiyetram. Iedere dag wordt er een andere godheid vereert. Wij zijn getuige van dag 1.

De grot tempel van Dambulla staat sinds 1991 op de werelderfgoedlijst van UNESCO. De rots waarin de tempel is gebouwd is 160 meter hoog. Er zijn vijf grotten met beelden en fresco's over Gautama Boeddha en zijn leven. Er zijn 153 beelden van Boeddha, 3 beelden van koningen en 4 beelden van goden. De fresco's bedekken samen 2100 vierkante meter. De grootste grot is 52 meter lang en 23 meter breed. Het complex stamt uit de 1e eeuw BC en is gebouwd door koning Valagambahu I van Anuradhapura. Nadat Tamils zijn rijk hadden veroverd hield hij zich hier 14 jaar schuil voordat hij de troon weer kon bestijgen. Uit dankbaarheid liet hij de grotten tot tempelcomplex verbouwen. In de 17e en 18e eeuw werd het complex uitgebreid door de koningen van Kandy die verantwoordelijk zijn voor veel van de fresco's.

Polonnaruwa was na Anuradhapura de 2e grote hoofdstad van Sri Lanka. Dit rijk bestond echter maar kort, van de 11e tot de 13e eeuw. De kloosters en paleizen werden door een 6 km lange muur beschermd. Van 993 tot 1073 was het een legerbasis van de uit India gekomen Tamils van het Chola rijk. Ze werden verslagen door de Singalese koning Vijayabahu I die Polonnaruwa als hoofdstad hield. Na zijn dood brak er een burgeroorlog uit die 40 jaar duurde. In 1161 veroverde Parakramabahu I de stad en en vestigde het hele eiland onder zijn gezag. Hij wordt gezien als laatste grote koning van het land. Rond 1293 werd Polonnaruwa opnieuw aangevallen waarna het langzaam door de jungle werd opgeslokt. Het Dalada Maluwa 'terras van de tandrelikwie' ook wel Quandrangle genoemd bevatte ooit het tandrelikwie dat nu in Kandy is. Het opvallendste bouwwerk op het terras is de Vatadage, een rond gebouw met prachtige afbeeldingen waar in het midden waarschijnlijk het tandrelikwie werd bewaard. Door velen wordt dit gebouw gezien als het rijkst versierde van Sri Lanka. Verder naar het noorden verrijzen de 16 meter hogen bakstenen muren van de Lankatilaka. Binnen de muren staat een enorm boeddhabeeld waarvan het hoofd verloren is gegaan. Gal Vihara is een van de mooiste monumenten van Sri Lanka. Vier boeddhabeelden in een rotswand uitgehakt. De 14 meter lange liggende boeddha is erg mooi en heeft kunstenaars eeuwenlang geïnspireerd.