Edinburgh
Oppervlakte77.933 km²
(1,8x Nederland)
1 uur vroeger
TaalSchots-Gaelic, Engels
Hoogste puntBen Nevis - 1343 m
Volgens de legende werd de christelijke apostel en martelaar sint-Andreas op een X-vormig kruis genageld. Op de vroege vlag werd St. Andreas zelf nog afgebeeld maar in de 16e eeuw bleef alleen het witte kruis op een blauwe achtergrond over.
De vlag van het verenigde koninkrijk kwam er in 1606 nadat koning Jacobus VI van Schotland tevens koning Jacobus I van Engeland werd. De vlag van Engeland werd gecombineerd met die van Schotland: Het rode kruis op een witte achtergrond van Sint-Joris, de patroonheilige van Engeland, bovenop het blauw met een wit kruis van Sint-Andreas, de patroonheilige van Schotland. Pas later werd deze vlag de nationale vlag, bij de vereniging van Engeland en Schotland tot het koninkrijk Groot-Brittannië in 1707. In 1801 werd het rode kruis van de vlag van Saint Patrick (Noord-Ierland) toegevoegd aan de vlag van Groot-Brittannië. Deze vlag is de huidige vlag.
De Engelse pond komt van de gewichtseenheid Troy Pound. De Sterling werd in 1158 door Hendrik II van Engeland geïntroduceerd. Het woord komt van het Oudfranse woord esterlin en betekent 'sterk' of 'standvastig'. Als munt van een van de machtigste landen ter wereld, het Britse Rijk, heeft het pond sterling gedurende de 18e en 19e eeuw als sleutelvaluta in de wereld gegolden, tot ongeveer het einde van de Eerste Wereldoorlog. Op de afbeelding staat koningin Elizabeth.
Het plaatsje Moffat in het zuidwesten van Schotland is een mooi uitgangspunt voor een rit over de prachtige route A708. De route is ca. 33 km lang en voert naar Selkirk. Onderweg kun je bijvoorbeeld een wandeling maken die langs de waterval Grey Mare's Tail omhoog klimt naar Loch Skeen. Een aanrader is een overnachting in een oud herenhuis genaamd Hartfell house in Moffat met het uitstekende Limetree restaurant.
Isle of Skye, An t-Eilean Sgitheanach (the island of Skye) is het grootste eiland van de binnen Hebriden. Portree is, met ca. 2000 inwoners, de grootste nederzetting.
De wandelingen die je op het eiland kunt maken zijn fantastisch. Ten zuiden van Portree liggen de Cuillin hills, een gebergte dat voornamelijk bestaat uit basalt en gabbro.
Aan de zuidrand ervan kun je een mooie korte wandeling langs de Fairy Pools, een reeks poeltjes en watervallen in de Allt Coir a Mhadaidh, maken. Enige mogelijkheid om de auto achter te
laten is betaald parkeren. Tien minuten verder langs de weg is een piepkleine parkeerplaats bij de witte Glenbrittle bergingshut. Vanaf hier loopt een pad omhoog
naar de Eas Mòr waterval (ca. 20 minuten). Ten noorden van Portree kun je twee fantastische wandelingen maken. De noordelijkste is het Quiraing circuit. De
wandeling begint op de parkeerplaats op het hoogste punt van de weg. Zorg dat je er vroeg bent zodat je de auto kwijt kunt. De uitzichten zijn fantastisch. De meeste
dagjesmensen haken af op een smal stuk met een scherpe bocht naar rechts in de rotsen. Verder naar het zuiden ligt the old man of Storr. Hiervoor moet je wel een aardig
stuk omhoog lopen. Het mooiste uitzicht op deze bizarre rotsformaties heb je vanaf de richel bovenaan. Dit is ook meteen de meest
toeristische plek van het Isle of Skye. De auto's staan over honderden meters langs de weg geparkeerd.
Eilean Donan castle ligt op een klein getijden eilandje op de plaats waar drie meren bij elkaar komen: Loch Duich, Loch Long en Loch Alsh. Het kasteel is in veel films als decor gebruikt, o.a.
in Highlander. De brug is tijdens de renovatie van het kasteel in de 20e eeuw hersteld. Het eiland is vernoemd naar de heiligverklaarde keltische martelaar Donnán of Eigg.
Het kasteel werd in de 13e eeuw gebouwd en werd een vesting voor de Clan Mackenzie en hun bondgenoten, clan MacRae. Na hun deelname aan de eerste Jacobitische opstand werd het
kasteel in 1719 door schepen van de regering met de grond gelijkgemaakt
De Jacobitische beweging ontstond toen de rooms-katholieke koning Jacobus II van de Engelse troon werd gestoten door de protestantse Nederlandse stadhouder Willem III van Oranje,
die getrouwd was met een dochter van Jacobus, Maria Stuart. Velen aanvaardden deze volgens hen onrechtmatige afzetting van de koning niet, en steunden de Stuarts.
De Jacobieten vonden in 1719 nieuwe steun uit Spanje die al tegen de Britten en Fransen vochten.
In april bezetten 300 Spaanse troepen, de voorhoede, het kasteel. De hoofdmacht van de Spanjaarden zou nooit arriveren. De Engelse marine stuurde drie schepen naar het kasteel.
De drie schepen bestookten het kasteel ongeveer een uur lang.
Er volgde een aanval die weinig tegenstand ondervond. Volgens het logboek waren er in het kasteel een Ier, een kapitein, een Spaanse luitenant, een sergeant, een Schotse rebel
en 39 Spaanse soldaten. Met de, in het kasteel aanwezige, 27 vaten buskruit werd het kasteel volledig verwoest.
Een paar weken later werd de hoofdmacht van de Jacobieten en de overige Spaanse soldaten op ca. 20 km van het kasteel bij Glen Shiel verslagen.
Tussen 1919 en 1932 werd het kasteel herbouwd. Het is een van de meest gefotografeerde monumenten in Schotland
The Cairngorms, Am Monadh Ruadh, werd in 2003 het tweede nationale park in Schotland. Het omvat de Cairngorms, de Angus glens, Monadhliath en Strathspey.
Het heeft een arctisch alpine milieu met een toendra karakter. Rond het centraal massief liggen veel resten van het Caledonische bos.
De rivieren Dee en Spey en de twee zijrivieren van de Spey, Feshie en Avon, ontspringen in het centraal massief. Het is het hoogste, koudste en is een plateau met
de meeste sneeuw. Vijf van de zes hoogste bergen van Schotland liggen hier. Ben Macdhui (1309 meter), Braeriach (1296 meter), Cairn Toul (1293 meter), Sgor an Lochain Uaine (1258 meter) en de Cairn
Gorm (1245 meter)
Dunnotar castle, Dùn Fhoithear (Fort op de rughelling) ligt 3 km ten zuiden van Stonehaven. De gebouwen stamen uit de 15e en 16e eeuw. Het heeft een grote rol gespeeld in de
geschiedenis van Schotland. Hier werden de Schotse kroonuwelen verstopt toen Oliver Cromwell in 1650 Schotland binnenviel. Tijdens een blokkade werden ze door vrouwen uit het kasteel gesmokkeld.
Er is al een vermelding van een kasteel op deze plaats uit 681. Dunnottar verloor bekendheid toen de laatste graaf zijn titel verkwanselde door deel te nemen aan de Jacobitsche
opstand in 1715. Het kasteel staat op een rots met steile wanden, 50 meter boven zeeniveau. Een smal stukje land loopt steil naar de toegang tot het kasteel.
Net ten zuiden van Edinburgh ligt de, van oorsprong 15e eeuwse rooms-katholieke, Rosslyn chapel in het plaatsje Roslin. De kapel werd in 1446 door de 1e graaf van Caithness, William Sinclair, gebouwd en is gewijd
aan de apostel Mattheus. Na de Schotse reformatie in 1650 vielen de troepen van Oliver Cromwell het nabijgelegen kasteel aan en gebruikten de kapel als paardenstal.
In 1688, vlak nadat de protestantse Willem III van Oranje Engeland was binnengevallen, trok een protestantse menigte van Edinburgh naar de kapel en vernielden het interieur.
De kapel werd daarna tot 1736 niet meer gebruikt tot James St Clair het dak en de vloeren liet herstellen en glasramen aanbracht. Verdere restauratiewerkzaamheden werden
uitgevoerd aan het begin van de negentiende eeuw. In 1861 werden de zondagse diensten hervat in de kapel en in 1862 werd de kapel opnieuw ingewijd door de bisschop van Edinburgh.
De kapel speelde een rol in de Da Vinci Code van Dan Brown. Rosslyn Chapel was bedoeld als een kruisvormige kapel met een centrale toren. Opgravingen in de negentiende eeuw wezen
uit dat de fundamenten van het schip nog 27,7 meter doorliepen vanaf de westelijke ingang, onder de latere doopkapel en het kerkhof door. Fotograferen in de kapel is verboden.
Neem in het bezoekerscentrum een folder mee (ook in het Nederlands) waar alle bijzondere afbeeldingen staan vermeld. Wanneer je zonder folder rondloopt mis je er een hoop.
Edinburgh, Dùn Èideann, is sinds 1437 de hoofdstad van Schotland. De stad aan de zuidzijde van de Firth of Forth, is de zetel van het Schots Parlement dat in 1999
opnieuw is ingesteld. De stad wordt in grootte alleen overtroffen door Glasgow. Edinburgh begon als een fort op Castle Rock.
Rond de 1e eeuw stond de vesting din eidyn van de Keltische stam Votadini op de rots. In de 7e eeuw werd het fort veroverd door de Engelsen (Northumbriërs) inclusief heel
Zuid-Schotland. De Engelsen noemden het fort Eiden's burgh. In de 10e eeuw werd het fort heroverd door de Schotten. In 1070 liet koning Malcolm III van Schotland
de eerste burcht op de rots bouwen. De meeste gebouwen van het hedendaagse kasteel stammen uit de 17e eeuw. Je kunt er de Schotse kroonjuwelen en de Stone of Scone bewonderen, de stenen zetel waarop alle koningen van Schotland werden gekroond.
Robert the Bruce benoemde Edinburgh in 1329 tot koningsstad. Tot de mooiste delen van de stad behoren de Royal Mile, Cockburn St. en Victoria St. Bezoek ook het museum of Scotland (gratis)
waar o.a. een replica van de tombe van Mary, queen of Scots, staat.
Linlithgow, hoofdattractie van het dorp is het paleis, geboorteplaats van James V (1512) en Mary, queen of Scots (1542). Het paleis was een van de hoofdresidenties van de Schotse monarchie in de 15e en 16e eeuw.
De monarchie vertok in 1603 naar Engeland. In 1607 stort de noordzijde in en in 1746 werd het interieur door brand verwoest. In 1538 liet James V de fraaie fontein op het binnenplaats bouwen.
Stirling, Sruighlea, was een marktplaats aan de rivier de forth en staat bekend als de grens tussen de lowlands en de highlands.
De rots waar nu het Stirling castle staat was in de Romeinse tijd al van strategisch belang. Bijna alle huidige gebouwen stammen tussen 1490 en 1600 onder het bewind van de Stuart koningen James IV, V en VI. De gebouwen vertonen een mix tussen Engelse, Franse en Duitse architectuur. Een paar delen stammen nog uit de
14e eeuw en de buitenste defensie in de richting van de stad stammen uit het begin van de 18e eeuw. Vóór de vereniging met Engeland was het ook de meest gebruikte koninklijke residentie.
Er zijn minstens 8 belegeringen van het kasteel geweest. In Stirling ligt ook het laagste punt van de rivier de Forth
waardoor de brug van strategisch belang was en in tijd van vrede werd er belasting geheven voor de doorgang. In de 12e eeuw werd Stirling door koning
David als koninklijke versterking verklaard. Een pont, en later een brug brachten welvaart en strategisch belang. In 1297 vocht William Wallace bij de brug
tegen de Engelsen. Dit was een houten brug. De huidige oude brug stamt uit 1415 en deze werd 160 meter stroomafwaarts van de houten brug gebouwd. Robert the Bruce vocht vlakbij, bij Bannockburn, in 1314 eveneens tegen de Engelsen. The church of the holy rude is na het kasteel het oudste gebouw in Stirling,
gesticht in 1129 en herbouwd na een brand in 1405. Naast Westminster abbey is het de enige overgebleven kerk in het verenigd koninkrijk waar een kroning plaats vond.
Glen Coe, Gleann Comhann, is een vallei in de westelijke highlands. De vallei (glen) is uitgesleten door een gletsjer en is ongeveer 12.5 km lang en de bodem van de vallei is op het smalste stuk minder
dan 700 meter breed. Een mooie wandeling die je er kunt maken is naar de verloren vallei, Coire Gabhail. De naam refereert naar de tijd dat de, door de hoogte aan het zicht onttrokken,
vallei door de MacDonald clan werd gebruikt om er vee te verbergen. De smalle ingang tot het dal ligt 230 meter boven de vallei van Glen Coe en de toegang tot de vallei loopt over een
niet ongevaarlijk pad dat vlak langs een diepe kloof loopt.
Abbotsford house was het huis van Sir Walter Scott.
Het landhuis ligt aan de Tweed en was het huis van de Schotse schrijver en poeët sir Walter Scott.
In eerste instantie stond er een kleine boerderij van 100 hectare met de naam Cartleyhole. Het werd in
1811 gekocht door Scott toen zijn huurovereenkomst van het nabijgelegen landhuis Ashetiel eindigde. Hij
bouwde eerst een kleine villa die hij abbotsford noemde naar een doorwaadbare plaats (ford) in de tweed
waar de abten van het klooster van Melrose de rivier overstaken. Later verwerkte hij
veel stenen van vervallen kastelen en abdijen in zijn landhuis. Het nieuwe huis werd in 1824 opgeleverd
In 1825 kreeg hij financiele tegenslag. In 1830 kreeg hij de bibliotheek en het museum als gratis geschenk aangeboden van de schuldeisers.
De uitgever Robert Cadell betaalde de schuldeisers in 1847 af in ruil voor het aandeel van het gezin van het copyright van sir Walter's werk.
Sir Walter Scott stierf in 1832 aan Typhus en ligt samen met zijn vrouw begraven in Dryburgh abbey. Onder zijn werken vallen Ivanhoe, Rob Roy en the lady of the lake.
Hij was advocaat, rechter en juridisch beheerder.