Rome

301.230 km²
(7,2x Nederland)

Geen

Italiaans, Duits, Frans, Sloveens

Mont Blanc de Courmayeur - 4,765 m
(2e top van het Mont Blanc massief)

De eerste keer dat een groen-wit-rode vlag werd gebruikt, was door de Cispadaanse Republiek in 1796. De Cispadaanse Republiek was een door Napoleon Bonaparte in 1796 het leven geroepen staat in Noord-Italië. Cispadaans betekent aan deze kant van de Po. Groen, wit en rood zijn traditionele Milanese kleuren. Rood en wit zijn afkomstig van het Milanese wapenschild dat een rood kruis op een witte achtergrond toont. Groen was de kleur van de Milanese burgerwacht.

De euro werd op 1 januari 2002 gelijktijdig ingevoerd in 12 landen van de Europese Unie, alsmede in Monaco, San Marino en Vaticaanstad. Dit was de grootste monetaire omwisselingsoperatie aller tijden. Op de voorkant van het biljet staat een poort of venster en op de achterkant een brug. Deze zijn fictief om geen landen te bevoordelen. De euro vervangt de Lire, ingevoerd in 1861, die bekend stond als de minst waardevolle munt van West-Europa.

De stad Bari aan de Adriatische zee is na Napels het belangrijkste economische centrum in het zuiden. De oude wijk, San Nicola, ligt op een schiereiland tussen twee moderne havens. In de 4e eeuw BC werd de stad onderdeel van het Romeinse rijk en zou dat tot 476 blijven. De stad werd daarna geregeerd door Goten, Byzantijnen en Noormannen. Van 847 tot 871 was het een emiraat onder emir Kalfun, een huurling die deel uitmaakte van een garnizoen dat in Bari was gelegerd. Keizer Lodewijk II versloeg hem met behulp van een Byzantijnse vloot. In de oude wijk liggen een paar bezienswaardigheden zoals de basilica di San Nicola (basiliek van St Nicolaas). Het is een belangrijk bedevaartsoord in Europa. De basiliek werd gebouwd tussen 1087 en 1197 en bevat de relikwieën van St. Nicolaas die vanuit Myra in Lycië (Turkije) hierheen werden gesmokkeld toen Myra werd veroverd door de Saracenen. Paus Urbanus II was aanwezig bij de inwijding van de crypte in 1089. Elias, abt van het St. Benedictus klooster, werd benoemd tot 1e aartsbisschop. Zijn cathedra (troon) staat er nog steeds. Het is een van de vier palatijnse kerken in Puglia. Iets verderop ligt de cattedrale di San Sabino die gewijd is aan St. Sabinus, een bisschop uit Canosa wiens relikwieën hier in 9e eeuw werden gebracht. De kathedraal die op de plaats staat van een oudere kerk, in 1156 verwoest door Willem I van Sicilië, werd in 1292 gewijd. Bij het plein bij het kasteel maken en verkopen de huismoeders zelfgemaakte deegwaren (orecchiette).

Het Castel del Monte (kasteel van de berg) is een 13e eeuwse citadel en kasteel op een kleine heuvel dichtbij het klooster Maria del Monte. Het werd ca. 1240 gebouwd in opdracht van Frederick II. Het gebied stond bekend om zijn weelderige vegetatie en overvloedige toevoer van water. In het enige overgebleven document over de bouw dat stamt uit 1240 wordt verhaalt over het afwerken van bepaalde delen van het kasteel. Het werd nooit voltooid. Oorspronkelijk had het marmeren muren en kolommen die werden in de 18e eeuw gestript door leden van het huis van Bourbon die het gebruikten voor hun kasteel in Caserta. Het had een uniek ontwerp: een achthoekig prisma met op elke hoek een achthoekige toren. Het cijfer 8 komt voortdurend terug in het gebouw. De torens waren oorspronkelijk 5 meter hoger. 3 van de hoektorens hebben een trap. De hoofdmuur is 25 meter hoog en de acht torens zijn 26 meter hoog. Diameter van het kasteel is 56 meter. Na lange leegstand werd het in 1876 voor 25.000 lire gekocht door de Italiaanse staat die het in 1928 liet restaureren. Het kwam in 1996 op de werelderfgoedlijst van Unesco.

Matera ligt in de regio Basilicata. De stad ligt in een kloof die is uitgesleten door de rivier Gravina. Het centrum 'Sassi' bevat grotwoningen die al sinds de 10e eeuw BC bewoond waren waardoor het de oudste bewoonde nederzetting ter wereld is. De stad zelf werd in 251 BC gesticht door de Romein Lucius Caecilius Metellus die het Matheola noemde. Het staat sinds 1993 op de lijst van UNESCO. In Matera zijn ook veel scene's van films opgenomen zoals The passion of the Christ, Wonder Woman, No time to die (de 25e James Bond film) en de remake van Ben Hur. Toen wij er waren was men bezig met 'No time to die'. In de film zie je een brug over het ravijn in Matera, die ligt echter in Gravina. Bij een shot van veraf zie je een brug over het ravijn liggen maar die hebben ze er met special FX ingeplaatst.

Gravina in Puglia heeft een zeer oude geschiedenis vanwege zijn strategische ligging. Het is tevens het hoofdkwartier van het Parco Nazionale dell'Alta Murgia. Van Frederick II stamt het motto Grana dat et vina in het wapen van de stad. In het deel Botromagno zijn de oudste overblijfselen van de stad, uit het neolithicum, gevonden. De vondst van de overblijfselen van een Aziatische man in Vagnari is bewijs dat Gravina in 200 BC al een relatie had met het verre oosten. Rond 305 BC veroverden de Romeinen de stad op de Samnieten. De Via Appia, die Rome met Brindisi verbond ging door Gravina. In 1649 werd paus Benedictus XIII (Pietro Francesco Orsini-Gravina) hier geboren. Feodale onderdrukking leidde van 1789 tot de eenwording van Italie in 1861 tot talloze rellen. Tijdens de 2e wereldoorlog werd het gedeeltelijk verwoest door geallieerde bombardementen. De voornaamste bezienswaardigheden van Gravina liggen onder de grond: Gravina Sotterranea is een netwerk van ondergrondse grotten, gangen, kerken, opslagplaatsen en aquaducten die de vroegere bewoners hebben uitgehakt. Over het ravijn ligt een goed bewaarde brug uit 1686. Na een aardbeving in 1722 werd hij gerestaureerd en door de Orsini familie omgevormd tot een aquaduct.

Castelmezzano, in de regio Basilicata, maakt deel uit van de mooiste dorpen van Italië. Tussen de 6e en 5e eeuw BC stichtten Griekse kolonisten de stad Maudoro, dat zoiets betekent als de wereld van goud, in de vallei van Basento. Invasie van de Saracenen dwongen de bewoners in de 10e eeuw een nieuwe lokatie te vinden. Na de Longobarden kwamen de Normandiërs die er tussen de 11e en 13e eeuw een kasteel bouwden waarvan de muren en de rij rotsen die toegang tot het uitkijkpunt geven nog steeds aanwezig zijn. De stad ontleent zijn naam aan dat kasteel dat Castrum Medianum heette. Het lag tussen de kastelen van Pietrapertosa en Albano di Luciana in. In de 19e eeuw was het ook een toevluchtsoord voor bandieten vanwege de natuurlijke schuilplaatsen tussen de rotsen en de weelderige vegetatie. Aan het einde van de eeuw werd de stad ook nog getroffen door een migratiegolf van bewoners die naar het buitenland vertrokken. De Dolomiti di Lucane domineren de Basento vallei en vormen het hart van het Parco Gallipoli Cognato Piccole Dolomiti Lucane. De karstrosten zijn 15 miljoen jaar geleden gevormd. Vanaf het plein bij de kerk in Castelmezzano heb je een mooi uitzicht op de dolomiti. Net als Castelmezzano maakt het vlakbij gelegen Pietrapertosa (geperforeerde steen) ook deel uit van de mooiste dorpen van Italië. Hier is ook de langste en hoogste zip lijn van de wereld, de volo dell'Angelo. Deze gaat over een lengte van 1452 meter van 1100 meter naar 800 meter en een snelheid van 130 km/u tussen Pietrapertosa en Castelmezzano. Klim in Pietrapertosa naar het kasteel voor een fantastisch uitzicht op de omgeving.

Op een heuvel van het Murgia plateau, 45 km ten zuidwesten van Bari ligt Altamura. Tussen de 6e en 3e eeuw BC werd er een enorme rij megalitische muren(alta mura) opgetrokken waarvan de sporen nog altijd zichtbaar zijn in delen van de stad. De stad werd tot ongeveer de 10e eeuw bewoond toen hij naar verluidt werd geplunderd door Saracenen. De stad werd herbouwd na een bezoek van Frederick II in 1232. Altamura werd geregeerd door verschillende feodale families waaronder de Orsini del Balzo en de Farnese (1538-1734). De Farnese waren verantwoordelijk voor de bouw van talloze paleizen en kerken. Van 8 februari tot 9 mei 1799 vond de Altamuraanse revolutie plaats. De inwoners sloten zich aan bij de idealen die waren verspreid door de Franse revolutie. De Sanfedisti, een door kardinaal Fabrizio Ruffo georganiseerd leger van boeren, veroverden de stad en het koninkrijk werd in ere hersteld. Daarna kreeg de stad de bijnaam 'de leewin van Puglia'. Met de bouw van de Duomo di Altamura, Cattedrale di Santa Maria Assunta werd in 1232 begonnen. Onder druk van Frederick II verklaarde paus Innocentius IV de kathedraal in 1248 vrij van de jurisdictie van de bisschop van Bari waardoor het een palatijnse kerk werd. In de kathedraal staat het beeld van de madonna di buoncammino, de beschermer van de reizigers. De lijst van de toegangspoort is rijkelijk versierd met patronen en figuren.

De Claustri (afgeleid van het latijnse Claustrum wat gesloten ruimte betekent) in Altamura zijn een mix van een Arabisch steegje met een Grieks pleintje. Altamura telt er ca. 80. De claustri zijn onstaan tussen de samenwerking van de etnische groepen die door Frederick II waren uitgenodigd om de stad te herbevolken, Grieken, Latijnen, Joden en Arabieren. De nieuwe bewoners kregen belastingvrijstelling. De claustri zijn min of meer uitgebreide binnenplaatsen, afgebakend door woningen die via een smalle steeg met de hoofdstraat zijn verbonden. Altamura staat ook bekend om het Pane di Altamura, brood gemaakt van durummeel. Volgens de wet moet het voldoen aan strikte voorwaarden. Zo moet het o.a. een korst hebben van meer dan 3 mm dikte. De vorm van het brood is niet belangrijk.

Rotonda staat bekend om de Melanzana rossa di Rotonda, een Ethiopische aubergine die op een tomaat lijkt en een unieke smaak heeft. Hij is door Italiaanse soldaten die in Ethiopië waren gelegerd geïntroduceerd. Rotonda is ook het hoofdkwartier van het Parco Nazionale del Pollino. Het park, gesticht in 1993, is een van de nieuwste en met 1960 km² de grootste van het land. Het strekt zich uit over een deel van de regio Basilicata en Calabrië. De hoogste bergen zijn de Serra Dolcedorme (2267 meter) en Monte Pollino (2248 meter). De oudste boom in Europa is hier in 2018 ontdekt, bijnaam van de pinus heldreichii (Bosnische Den) is Italus, 1230 jaar oud. De dennen groeien op een hoogte van 900 tot 2500 meter boven zeeniveau en bereiken vaak de boomgrens. De dennen worden 25 tot 30 meter hoog en hebben een maximale diameter van 2 meter. De wandelingen die je in het park kunt maken zijn divers en eenmaal boven zijn er prachtige vergezichten.

Breng vooral een bezoek aan Padula, hier staat het karthuizer Certosa di Padula, ook wel Certosa di San Lorenzo genoemd. Het is het grootste klooster van Italië en telt 320 kamers en hallen. Totale oppervlakte is 51.500 m². Het klooster is gesticht door Tomasso di San Severino op 27 april 1306 op de plaats van een ouder klooster. Tijdens de bezetting door Napoleon diende het als Frans hoofdkwartier, daarna als legerbasis van de troepen van Garibaldi tijdens de Risorgimento en als laatste als interneringskamp tijdens de beide wereldoorlogen. De orde van de Karthuizers is in 1084 gesticht door de heilige Bruno van Keulen in het Chartreuse gebergte ten noorden van Grenoble. Het is een orde van kluizenaars die samenleven tussen afzondering in een kluis en alleen op zondag in gemeenschap. De orde is altijd blijven vasthouden aan haar regels en de idealen van haar stichter.

Paestum ligt net ten noorden van Agropoli in het gebied dat vroeger Magna Graecia heette. Hoofdattratie zijn de drie oude Griekse tempels die dateren van 600 tot 450 BC. De stadsmuren en het theater zijn ook nog grotendeels intakt. Volgens Strabo werd de stad rond 600 BC gesticht als Poseidonia door de Achaea uit Sybaris een stad aan de golf van Taranto in het huidige Campanië. De stad werd ingenomen door de Lucaniërs die het Paistos noemden. In 273 BC bezetten de Romeinen Poseidonia en noemden het Paestum. De Lucanische inwoners werden bondgenoten van de Romeinen en de stad mocht haar eigen munten blijven slaan. Tijdens de tweede Punische oorlog in 216 BC, toen Rome bijna verslagen was, kozen de Lucaniërs de zijde van Hannibal wat ze duur kwam te staan. Tussen 400 en 700 raakte Paestum in verval als gevolg van de ontbossing waardoor moerassen ontstonden met malaria als gevolg. In de middeleeuwen werd de stad verlaten. De stad Paestum heeft een oppervlakte van 120 Ha. Alleen de 26 Ha met de drie tempels en andere grote gebouwen is opgegraven. De stadsmuur is nog steeds zichtbaar. Hij is 4750 meter lang, 5 tot 7 meter breed en was oorspronkelijk 15 meter hoog. Er zijn 24 vierkante en ronde torens in de muur. Er zouden er 28 kunnen zijn geweest ware het niet dat er in de 18e eeuw een weg door het complex is gelegd. Die weg sneed precies door het midden van het theater.