
- CLICK
FOR LARGER VIEW
Reykjavik
Oppervlakte103.000 km²
(2,5x Nederland)
1 uur vroeger
TaalIJslands
Hoogste puntHvannadalshnúkur - 2119 m
De huidige vlag stamt uit 1915. De vlag is gebaseerd op de Deense Dannebrog en heeft de omgekeerde kleurstelling van de vlag van Noorwegen, waarmee IJsland al eeuwen een sterke band heeft. In 1944 werd IJsland een onafhankelijke republiek. Hierbij bleef de huidige vlag in gebruik.
Wisselvallig en het kan er zeer hard waaien. De temperatuur in de tabel is een gemiddelde.
Reykjavik
Temp. (°C) | Jan | Apr | Jul | Okt |
---|---|---|---|---|
max | 2 | 6 | 15 | 7 |
min | -2 | 1 | 9 | 3 |
In 1885 wordt de Deense kroon (in 1874 ingevoerd) door de IJslandse kroon vervangen. Op het bankbiljet staat een afbeelding van Jón Sigurdsson (1811-1879). Hij was politiek leider van de onafhankelijkheidsbeweging. 17 juni, zijn geboortedag, is de nationale feestdag in IJsland.
Met een leeftijd tussen 15 en 20 miljoen jaar is IJsland het jongste
gebied van Europa. Er zijn talrijke gletsjers, watervallen en
vulkanen. De vulkanen op IJsland zijn nog aktief. Bijna iedere
dag zijn er aardbevingen, meestal tot op een schaal van 3. Soms
zijn er tot wel 300 aardbevingen in een week. Het weer in IJsland is
nogal wisselvallig. Er valt in de zomer vrij veel regen en de wind kan zeer sterk zijn.
Een gezegde luidt: Er bestaat geen slecht weer, alleen slechte kleding. Zorg voor
goede regenkleding en stevige, hoge, waterdichte wandelschoenen. Desondanks is de natuur
bij ieder weertype prachtig.
Landmannalaugar (hete bronnen in het land van de mensen uit het gebied) is bekend vanwege zijn
ryolietgesteente. De omringende ryolietbergen zijn zeer kleurrijk: geel, rood, bruin en grijsgroen.
Kenmerkend van dit gesteente is dat reeds een klein beetje zonlicht de bergen als het ware doet oplichten,
waardoor ze er vaak heel "helder" uitzien. Het lavaveld Laugahraun, gevormd tijdens een eruptie in 1477,
bevat veel obsidiaan, een zwart glasachtig gesteente dat ook wel vulkanisch glas wordt genoemd. Aan de voet
van het lavaveld ontspringen hete en koude bronnen. Het gebied is onderdeel van het natuurreservaat Fjallabak.
Buiten de zomer is het gebied afgesloten. Hier is ook het begin/eind van de Laugavegur (warmebronnenweg),
een vierdaagse trektocht van Landmannalaugar naar Þórsmörk. Het is de drukst belopen route
in IJsland, waardoor IJslanders vaak de associatie maken met de drukste winkelstraat van Reykjavik, die ook
Laugavegur heet. Het pad werd in 1978 geopend. Door deze populariteit is ook het toiletgebouw van de camping
een zeer drukke plek.
De eerste etappe van 11 km loopt vanaf de camping over het Laugahraun en gaat omhoog door een gebied met
ryolietgesteente en warme bronnen naar de Brennisteinsalda. Na de klim volgt een hoogvlakte met eeuwige
sneeuw. Halverwege de hoogvlakte ligt de luidruchtige geiser Stórihver. Daarna volgt een pas en
een korte afdaling naar een berghut in Hrafntinnusker (1070 meter). De meeste wandelaars slaan deze hut over
en lopen door tot Álftavatn.
Etappe 2 Hrafntinnusker - Álftavatn (11,3km)
Etappe 3 Álftavatn - Emstrur (16,2km)
Etappe 4 Emstrur - Þórsmörk (16,2km)
Er zijn twee wandelingen rond de camping aan te bevelen: rondwandeling naar de top van de Bláhnúkur. De wandeling begint bij de camping
en loopt naar de vlakte van de Jökullgil waar je een riviertje oversteekt via de loopplanken.
De klim begint bij de groene flank van de berg. Je klimt 345 meter naar de top op 945 meter. Het uitzicht op
de bergen rondom is fantastisch. Vervolg het pad aan de achterzijde omlaag, steek daar de vlakte over naar
het lavaveld Laugahraun en vervolg het pad langs het stroompje Brennisteinsöldukvisl door de Graenagil terug naar de camping.
De andere wandeling loopt over het pad bij het huisje op de camping omhoog het laugahraun in. Loop richting de gekleurde berg Brennisteinsalda en sla
rechtsaf bij de warmwaterbronnen. Daal het pad af naar de vlakte Vondugiljaaurar en sla linksaf bij de vlakte.
Na verloop van tijd steek je de vlakte over richting waterval (eventueel waadschoenen nodig). Rechts van de waterval
loopt het pad steil omhoog naar de top van de Suðurnámur (910 meter). Ook hier een prachtig 360 graden'
panorama. Vervolg het pad over de kam. Aan het eind volgt een steile daling terug naar de hoofdweg die naar de camping loopt.
Beide wandelingen zijn goed te combineren.
De Vatnajökull (water gletsjer) is de grootste gletsjer op IJsland. De oppervlakte is ca. 8100 km²
en is 400 tot 1000 meter dik. De gletsjer is een Nationaal park. Hier ligt ook het hoogste punt van IJsland,
de vulkaan Hvannadalshnúkur (2109 meter) aan de zuidwestkant van de gletsjer. Naast deze vulkaan bedekt
de ijskap een aantal van de meest actieve vulkanen van IJsland. De vulkaan Bárðarbunga had een korte
uitbarsting van ongeveer een half uur in september/oktober 1996. Vanaf augustus 2014 wordt een serie aardbevingen
geregistreerd, voornamelijk op een diepte van 5 tot 10 kilometer en zakt de caldera van de Bárðarbunga
gestaag met ongeveer 50 cm per dag.
In het Nationaal Park Skaftafell kun je een prachtige rondwandeling maken. Voorwaarde voor deze wandeling is mooi weer
vanwege de adembenemende uitzichten. De route begint bij de camping, in het midden. Het pad loopt eerst steil omhoog en dan
kom je bij het uitzichtpunt van de Hundafoss. Verder omhoog naar een van de mooiste watervallen van IJsland,
Svartifoss (zwarte waterval). Deze stort omlaag vanaf een prachtige basaltformatie. Volg het pad omhoog bij de waterval en
steek de Skaftafellsheiði over naar de rechterflank van de heuvel Skerhóll. vanaf hier loopt een steil pad rechtsaf omhoog
naar een uitzichtpunt Fremrihnaukur met uitzicht op het dal Morsárdalur eronder en de Skeiðarájökull die links
in de verte ligt. Er volgt weer een klim naar het volgende uitzichtpunt, Nyrðrihnaukur. Sla voor dit uitzicht linksaf op de plek waar het pad
een rechtse bocht maakt onder de top van de Kristinartindar. Hier heb je wederom een mooi uitzicht op het dal en rechts de
Morsárjökull. Vervolg het pad onder de Kristinartindar langs. Je kunt hier nog een pad links omhoog volgen naar de top op 1126 meter.
Verder het pad volgend komt je bij het uitzichtpunt van de enorme Skaftafellsjökull. Het pad loopt vervolgens naar beneden,
het laatste stuk over de beboste helling terug naar de camping. Totale lengte ca. 18 kilometer.
Aan de zuidkant van de Vatnajökull, tussen het nationale park Skaftafell en het stadje Höfn, ligt aan de
voet van de Breiðamerkurjökull het gletsjermeer Jökulsárlón, het bekendste en grootste
gletsjermeer van IJsland. Aan het einde van de negentiende eeuw reikte de gletsjertong tot aan de zee, tegenwoordig
ligt het door afsmelting al ruim 3 kilometer van de kust af. Aan de rand van de gletsjer hebben zich meren gevormd,
waaronder Breiðárlón en Jökulsárlón. Het gletsjermeer ontstond rond 1935 en
groeide daarna snel van 7,9 km² in 1975 tot minstens 23 km² hedendaags door het smelten van de gletsjer.
Met een diepte van ongeveer 250 meter is Jökulsárlón momenteel het diepste meer van het land. Het
meer is door de altijd ronddrijvende ijsbergen met fraaie ijsformaties populair bij toeristen. Er is een
informatiecentrum en er zijn boottochten met onder andere een amfibievoertuig mogelijk op het meer.
Net ten zuiden van het Þingvallavatn meer ligt het vulkanische Hengill gebergte.
De hoogste top hiervan is de Skeggi met 803 meter. De laatste uitbarsting hier vond ca.
2000 jaar geleden plaats waardoor het lavaveld Nesjavallahraun en het eilandje Sandey in
Þingvallavatn werden gevormd. Het Hengill gebied is een belangrijke energiebron
voor het zuiden van IJsland. De geothermische energiecentrale Nesjavellir levert het
merendeel van de stroom voor zuidwest IJsland en het warme water voor de voorsteden van
IJslands hoofdstad. Neerslag die ten noorden van Þingvallavatn valt, stroomt
ondergronds richting Hengill waar het water op 1 tot 3 kilometer diepte verhit wordt.
In 1990 werd de geothermische energiecentrale Nesjavellir in bedrijf genomen.
Hveragerdi ligt aan de Varmá (Warme rivier) en heeft ongeveer 2300 inwoners. Iets
ten noorden van Hveragerdi ligt Reykjadalur (vallei van stoom), een geothermisch gebied
dat zeer populair is vanwege de warmwaterbronnen. In aanloop naar de vallei ligt aan de
linkerkant de Djúpagil kloof met de waterval Djúpagilsfoss.
Þingvellir is een historisch belangrijke plaats voor de bewoners van IJsland.
In 930 werd hier het Alþing opgericht. Ieder jaar kwamen hier in de zomer boeren,
krijgers, handelaren en anderen bijeen om zaken van (levens) belang te regelen. In het
jaar 1000 werd er bijvoorbeeld besloten dat het christendom de landsgodsdienst zou
worden. In 1798 vond hier de laatste openluchtvergadering plaats en in 1800 werd het
parlement in Reykjavik gevestigd. Op 17 juni 1944 werd hier IJslands onafhankelijkheid
uitgeroepen. Dat het Alþing hier werd opgericht komt vanwege de bijzondere breuk
in de aarde, de Almannagjá (Alle-mensen-kloof) De Almannagjá fungeerde als
een echomuur waardoor er een optimale akoestiek voor de toehoorders in het open veld was.
Dit gebied vormt de scheidingslijn tussen het Noord-Amerikaanse en Euraziatische continent,
met de vlakte zelf als scheiding. De Almannagjá kloof is ontstaan doordat er een
grote aardverzakking heeft plaatsgevonden waarbij de grond over een lengte van zo'n 16
km plaatselijk 30 tot 40 meter daalde.
Ten noorden van het Þingvellir ligt het Haukadalur (Haviksdal) waar de Strokkur
(karnton) ligt, een geiser op een steenworp afstand van Geysir, de naamgever van alle geisers.
Strokkur heeft erupties om de 4 tot 8 minuten. Na een aardbeving in 1789 werd hij actief en
bleef dat ruim honderd jaar tot er bij een aardbeving in 1896 de watertoevoer werd geblokkeerd.
In 1963 werd de toevoer door de lokale bevolking schoongemaakt en sindsdien heeft de geiser
weer regelmatig erupties.
Verder richting noorden ligt de Gullfoss (gouden waterval), een waterval in de Hvítá
(Witte rivier). Het is een van de meest bekende IJslandse toeristenplaatsen. Het water valt in
twee delen die haaks op elkaar staan, 32 meter naar beneden. De Hvítá is een
gletsjerrivier die ook door regen wordt gevoed. Het in de kloof stortende water zorgt voor een
grote hoeveelheid stuifwater dat, als de zon erop schijnt, prachtige regenbogen veroorzaakt waaraan
de Gullfoss zijn naam dankt.
Vanaf de Gullfoss loopt de Kjölur-route naar Blönduós in het noorden. Deze weg is
alleen geschikt voor vier wiel aangedreven voertuigen. De route is 165 kilometer lang en loopt
tussen de Langjökull en Hofsjökull gletsjers door tot. Ter hoogte van de noordelijke
kap van de Langjökull ligt op een hoogte van ca. 600 meter Hveravellir, een geothermisch
gebied met hete poelen en warmwaterbronnen. In de 18e eeuw gebruikte de IJslandse vogelvrijverklaarde
Fjalla-Eyvindur (1714-1783) de bronnen van Hveravellir onder meer om gestolen schapen in te koken.
Hij en zijn vrouw Halla woonden er ruim 20 jaar.
Wandeling over het kjalhraun (lavaveld) naar de schildvulkaan Strýtur die 7000 jaar geleden
voor het laatst tot uitbarsting kwam. De vulkaan heeft een diameter van 1 kilometer. Vanaf de camping
in Hveravellir is het 6 km naar de vulkaan. Ten westen van de vulkaan ligt de Þjófafell met daarachter de vallei
van de dieven (Þjófadalir). De naam is afgeleid van een bende die zich hier schuilhield.
Langjökull (lange gletsjer). Met een oppervlakte van 935 km², is dit de op een na grootste gletsjer
(Vatnajökull) op IJsland. Het ijs is tot 580 meter dik, ca. 50 km lang en 15 tot 20 km breed.
Het hoogste punt, in het noorden van de ijskap, ligt 1450 meter boven de zeespiegel.
De Kerlingarfjöll ligt ten zuiden van de gletsjer Hofsjökull en is een kleurrijk gebied met
veel rhyoliet. Het gebergte dankt zijn naam aan een 25 meter hoge, donkere zuil die Kerling (oude vrouw)
wordt genoemd. Het hoogste punt, de Snækollur, ligt op 1477 meter. Er zijn in dit gebied ook veel
warmwater bronnen. Tot het jaar 2000 kon je er ook skieën.
Terug naar het zuiden, op weg naar Landmannalaugar, passeer je de Hekla (hoed, vanwege de kraag van
bewolking) vulkaan. Dit is IJslands grootste en bekendste (strato) vulkaan. De vulkaan is 1491 meter
hoog en de meest actieve vulkaan van IJsland. Sinds de kolonisatie van IJsland, in 874, is hij
achttien keer uitgebarsten. De laatste keer in 2000. De vulkaan werd in de Middeleeuwen ook wel de poort
naar de hel genoemd.
De 60 meter hoge waterval Skógafoss ligt vlak bij het plaatsje Skógar. De Ská rivier
stroomt daar over de rand van een klif van de voormalige kustlijn van IJsland. Nadat de kustlijn zich door het
omhoogrijzen van IJsland na de laatste ijstijd ca. 5 km teruggetrokken had, bleven de kliffen achter.
De Seljalandsfoss is een van de bekendste watervallen van IJsland die op vele foto's en kalenders wordt afgebeeld.
De 65 meter hoge waterval in het zuiden van IJsland ligt vlak aan de ringweg. Het is mogelijk om op een glibberig
pad achter de waterval langs te lopen. Net als de 15 kilometer verderop liggende Skógafoss stroomt de Seljalandsfoss
over wat eens de kliffen van de voormalige IJslandse kustlijn waren.
Het Reynisfjara bij Vik is een zwart strand met fantastisch mooie basaltformaties. In 1991 werd het strand door National Geographic
benoemd als een van de top 10 niet-tropische stranden. Let op! De golven hier zijn extreem gevaarlijk. Hálsanefshellir en Reynisdrangar
zijn respectievelijk de basaltformaties op de kust en in zee.
Eldgjá (vuurkloof), is een vulkaan en eruptiekloof die deel uitmaakt van hetzelfde vulkanische
systeem als de Katla vulkaan. De 'vuurkloof' is de grootste vulkanische kloof ter wereld. Hij is 8 km lang, 150
meter diep en op het breedste punt 400 meter. De kloof is in 934 gevormd tijdens een van de grootste
erupties van het vorige millenium. De kloof maakt deel uit van een 75 km lange spleet die vanaf de Katla in noordoostelijke richting
loopt. Ófærufoss is een waterval met twee trappen in
de Eldgjá.